Digeon Mieke Johan Evita
Geschreven door Mieke Digeon, Marijke Goedgeluck & Griet Roets
Mijn naam is Mieke. Eigenlijk ben ik Marie-Luce gedoopt. Ik heb dat zelf veranderd toen ik 24 was. Dat was vooral mijn moeder die mij daarmee ambeteerde. Ik kwam buiten bij de nonnen en wou een ander leven beginnen. Marie-Luce is een naam voor een tante nonneke. En dat ben ik niet.
Ik woon hier 8 jaar, van 1996. Als ik van Antwerpen naar Brussel ben gekomen, woonde ik in een appartement in de privé. Ik had maar één slaapkamer. Dan ben ik naar de Schepen gegaan van Molenbeek. Ik wou een sociale woning. Je zet u op de lijst, en dan moet je wachten tot uw kinderen groot zijn. Dus ben ik zelf naar de schepen gegaan. Een vriendin had mij dat gezegd. Als ze zien dat je betrouwbaar bent, maken die mannen de deuren open voor u. Ik zou nu graag een huisje hebben. Zo met al die mensen boven u en onder u! Soms boren ze gaten in de plafond. Ik kan daar niet mee lachen. Ik heb hier geen echte vrienden. De mensen leven voor zichzelf. Ze zeggen alleen soms eens goede dag. Ze trekken zich niets van ons aan. Ze trekken ook rap door (verhuizen).
Evita slaapt in mijn kamer, nog altijd. Ik heb geen kamer op overschot.
Ik heb een lang verhaal. En toch heb ik vaak het gevoel dat mensen niet naar mij luisteren. De ene wereld is normaal en de andere niet. Wij moeten niet in de maatschappij zijn. We kunnen er niet overal bij, zeggen ze.
Het is voor mij wel een uitdaging om zelf Johan en Evita op te voeden.
Het zou makkelijker zijn om het aan iemand anders over te laten. Ik wil mijn kinderen kennen. Ik heb het gevoel gehad dat ze mijn kinderen gingen afpakken. Als ze ook nog merken dat je armoede hebt, zijn ze daar rap gezet. Ik had niemand die achter mij stond ook niet. Maar ik blijf staan waar ik sta. Mijn begeleidster is er alleen voor budgetbegeleiding en papieren. Eén uurtje elke week. Soms komt er ook iemand helpen van Familiehulp, om te strijken, eens te dweilen, de ramen te poetsen. Maar ik doe die dingen ook zelf.
Het leven bestaat uit meer dan kuisen en de was doen. Ik ben ook een ‘straatluuper’ gelijk zij (bedoelt Marijke). Ik ga graag naar een winkelcentrum gaan rondlopen
Soms kruip ik in mijn kelder. Mijn verzameling zit daar. Ik kan er bijna niet meer in. Amai dat wordt wat als ik naar een klein huisje wil verhuizen. Bij mij ligt mijn stapel sjakossen tegen aan het plafond gestapeld. Daar ben ik toch goed in: verzamelingen aanleggen. Dan doe ik iets goed ook. Gooi ik het weg, dan heeft niemand er niets meer van. Het is binnenkort groot huisvuil. De mensen gooien alles altijd weg dat ze nog kunnen gebruiken. Mijn zoon wilde een kleine tv om naar zijn dingen te kijken. Ik zei het tegen hem, ge moet eerst daar uw neus eens in steken. In dat grote huisvuil zal hij zeker een tv kunnen vissen. Later gaan mijn kinderen ook iets aan mijn verzameling hebben. Dat is beter dan naar de cinema gaan. Weggesmeten geld is dat.
Mijn kinderen zijn ook al verzamelaars. Mijn Johan verzamelt sleutelhangers.
Ik wil mijn goesting doen. Maar als er iets gebeurt of eens verkeerd loopt, sta ik er alleen voor. Meestal bedoelen de mensen het misschien goed, maar die mensen moeten niet beslissen in mijn plaats. Dat heb ik met mijn kinderen ook. Ik heb die kinderen op de wereld gezet. Ze blijven bij mij. Vooral de laatste jaren is Evita’s gedrag zeer moeilijk. Ze ís eigenlijk wel zo van aard, moe en lui. Maar ik ben haar moeder, en ik zeg als haar moeder dat ze inspanning moet doen. Die foto is van op die andere school. Ze deed dat graag, brood bakken.
Evita is eigenlijk gelijk mij, hetzelfde karakter: altijd haar goesting doen. Dat was bij mij ook. Vorige week kwam ze af en zegt ze: “Mama, ik ga een brief naar Paus schrijven”. Ze had die op de televisie gezien en dacht dat het Sinterklaas was. Ja, met mijn dochter maak je wat mee… Die muur is eigenlijk van haar. Ze komt dan af met een tekening en dan vraagt ze of ik het kan ophangen. Ze is daar zo fier op. Ik kan dat niet weigeren hé?
De twee kinderen dragen mijn naam. Dat is soms een probleem. Mensen zijn nieuwsgierig. Ze vragen waarom de kinderen de naam van hun vader niet dragen. Het leven is simpel en niet simpel.
Ik moet vechten. Elke dag opnieuw. Ik heb nog altijd het gevoel dat mijn kinderen het waard zijn. Daarom hangt Che Guevara boven mijn bed. Dat was een vechtersbaas. Een rebellenkop.
Dat kwam door de Partij van de Arbeid (PvdA). We hebben een vrouwengroep gemaakt. We kwamen samen om te praten over de kinderen en al de dingen waar we geen weg mee wisten. Ik zou zelf ook graag op de lijst staan van de verkiezingen. Ik zou wel graag politieker zijn. Ik ben zelf nogal opstandig van karakter. Ik zou willen opkomen voor vrouwen die alleen staan met hun kinderen in de grote steden. En ook voor vrouwen met een handicap, of voor oude vrouwtjes.
Nu zitten er te veel in de politiek die ze er beter zouden uithalen. Ze doen toch niks. Ze zitten hun kiezers te tellen. En ze zitten met hun vingers te draaien. En bazar maken doens ze ook. Ze verspillen tijd met ruzie maken met andere politiekers. Ze doen niks anders. En dan verplichten ze om te gaan stemmen. Ik vind het ouderwets dat ze verplichten om te stemmen. Dan gaan ze stemmen en dan weet ik wel voor wat ze stemmen. Voor de partij die simpele taal spreekt. Maar ze verkopen zo veel slechte dingen. Domme slogans.
Dat is niet altijd gemakkelijk om een sterke vrouw te zijn. Op mijn werk zijn ze dan jaloers: hoe kan die dat allemaal, denken ze dan.
Normaal zouden er nog meer sterke vrouwen bij moeten komen bij ONT. Misschien van Begeleid Wonen Brussel. Maar ze zien er tegenop om met de trein te komen denk ik. Ik weet niet of die zich richten tot moeders met een verstandelijke handicap. Die hebben daar geen kans van.
OPROEP VOOR LEDEN VAN ONZE NIEUWE TOEKOMST
Heb jij een verzameling?
Wil je daar graag over uitwisselen?
Kom dan naar de volgende Grote Bijeenkomst, en zoek Mieke Digeon!